Update 2019.36.2.1 - Release Notes

Slim voorrijden is bedoeld om uw auto automatisch naar u (met de GPS van uw telefoon als bestemming) of een andere locatie naar keuze te laten rijden, waarbij de auto waar nodig om objecten manoeuvreert of voor objecten stopt. Net als Voorrijden is Slim voorrijden uitsluitend bedoeld voor gebruik op eigen parkeerplaatsen en opritten. U blijft zelf verantwoordelijk voor uw auto en moet te allen tijde blijven letten op de auto en de omgeving omdat de auto mogelijk niet alle obstakels detecteert. Wees vooral voorzichtig in de buurt van snel bewegende mensen, fietsen en auto’s.

Om toegang te krijgen tot de functie in uw mobiele Tesla-app, tikt u op Voorrijden en vervolgens op het pictogram Slim voorrijden. Om Slim voorrijden te activeren, houdt u de knop KOM NAAR MIJ ingedrukt. U kunt ook op het doelpictogram tikken, de gewenste bestemming instellen door de kaart aan te passen en vervolgens de knop GA NAAR DOEL ingedrukt houden. U kunt de auto op elk moment laten stoppen door de knop los te laten.

Opmerking: Slim voorrijden vereist de nieuwste versie van de mobiele Tesla-app (3.10.0 of nieuwer). Raadpleeg de handleiding voor meer informatie over deze functie.

U kunt uw auto in- en uitparkeren terwijl u niet in de auto zit met een gekoppelde afstandsbediening. Om Voorrijden te starten, drukt u terwijl u binnen 3 meter van de geparkeerde auto staat, op de bovenste knop in het midden van de afstandsbediening en houd u deze knop ingedrukt totdat de alarmknipperlichten continu knipperen. Druk op de knop voor de bagageruimte voor en achter op de afstandsbediening om de auto respectievelijk naar voren en achteren te laten rijden.

Opmerking: Om Voorrijden met de afstandsbediening te kunnen bedienen, moet Continu indrukken vereist worden ingesteld op NEE onder Bediening > Autopilot > Voorrijden aanpassen.

De rijvisualisatie toont nu verkeerskegels. Wanneer een verkeerskegel wordt gedetecteerd en Navigeren met Autopilot is ingeschakeld (Volledig zelfrijdende besturing vereist), zal het voertuig een rijstrookwisseling voorstellen (of een rijstrookwisseling proberen uit te voeren als BEVESTIGING WISSELEN VAN RIJSTROOK VEREIST is ingesteld op NEE) om kegels te ontwijken. Zoals steeds bent u verantwoordelijk voor uw voertuig en moet u te allen tijde attent blijven.

De rijvisualisatie toont nu verkeerskegels. Wanneer een verkeerskegel wordt gedetecteerd en Navigeren met Autopilot is ingeschakeld (Volledig zelfrijdende besturing vereist), stelt het voertuig een rijstrookwisseling voor om kegels te ontwijken. Zoals steeds bent u verantwoordelijk voor uw voertuig en moet u te allen tijde attent blijven.

Naast de voordien beschikbare instellingen KRUIP en ROL (het vorige gedrag van het voertuig als KRUIP was uitgeschakeld) is nu een nieuwe instelling beschikbaar, STOP, die kan worden gekozen als stopmodus. Wanneer STOP is geselecteerd, blijft het voertuig regeneratieve remkracht gebruiken na het vertragen tot een lage snelheid en blijft het voertuig automatisch afgeremd nadat het volledig tot stilstand is gekomen. De instelling STOP zorgt voor een maximale actieradius en beperkt de slijtage van de remmen door blijvend gebruik van de regeneratieve remkracht bij lagere snelheden dan circa 8 km/u. Zie de handleiding voor meer informatie.

U kunt de instelling van Stopmodus wijzigen door op Bediening > Rijden > Stopmodus te tikken in de stand P (Parkeren).

Naast de voordien beschikbare instellingen KRUIP en ROL (het vorige gedrag van het voertuig als KRUIP was uitgeschakeld) is nu een nieuwe instelling beschikbaar, STOP, die kan worden gekozen als stopmodus. Wanneer STOP is geselecteerd, blijft het voertuig regeneratieve remkracht gebruiken na het vertragen tot een lage snelheid en blijft het voertuig automatisch afgeremd nadat het volledig tot stilstand is gekomen. De instelling STOP zorgt voor een maximale actieradius en beperkt de slijtage van de remmen door blijvend gebruik van de regeneratieve remkracht bij lagere snelheden dan circa 8 km/u. Zie de handleiding voor meer informatie.

U kunt de instelling van Stopmodus wijzigen door op Bediening > Rijden > Stopmodus te tikken in de stand P (Parkeren).

Met Gepland vertrek is het nu nog eenvoudiger om uw auto comfortabel en klaar om te rijden te houden. Sluit voor elke locatie (bijv. Thuis) uw auto aan en selecteer wanneer u wilt vertrekken. Als u de vertrektijd hebt ingesteld, plant de auto het opladen voordat de piekstroomtarieven gelden (6:00 uur). Dit verlaagt de energiekosten en garandeert consistent regeneratieve remkracht en consistente prestaties. Ook wordt automatisch climate control gestart zodat het interieur comfortabel is wanneer het tijd is om te vertrekken.

Ga naar Opladen > Plannen om Gepland vertrek voor de huidige locatie in te schakelen. Selecteer vervolgens VERTREK OM en stel de vertrektijd in. Kies hier of u Gepland vertrek de HELE WEEK of alleen op WEEKDAGEN wilt toepassen. Als u HELE WEEK selecteert, is de optie "Temperatuursvoorbereiding cabine alleen op weekdagen" beschikbaar. Schakel desgewenst dit selectievakje in.

Opmerking: Gepland vertrek voert geen temperatuursvoorbereiding van uw auto uit als de accu voor minder dan 20% is geladen. Deze functie is een verbetering en vervanging van de eerdere instelling Slimme temperatuursvoorbereiding.

Het vermogen van uw auto is met ongeveer 5% verhoogd, wat acceleratie en prestaties verbetert.

Het vermogen van uw auto is met ongeveer 3% verhoogd, wat acceleratie en prestaties verbetert.

De acceleratieprestaties in Ludicrous-modus zijn verbeterd door de voorste motor af te stellen om meer vermogen te produceren en de koppelverdeling te optimaliseren.

Tik op Bediening > Rijden > Acceleratie >Ludicrous om Ludicrous-modus in te schakelen. Raadpleeg de handleiding voor meer informatie over Lanceermodus.

Automatische navigatie start een route naar een waarschijnlijke bestemming wanneer u in uw auto stapt. Automatische navigatie brengt u naar locaties die zijn gekoppeld aan aankomende agendagebeurtenissen, naar Werk wanneer u 's morgens Thuis vertrekt (maandag tot en met vrijdag) en Thuis wanneer u Werk 's middags of 's avonds (maandag tot en met vrijdag) verlaat.

Tik op Bediening > Navigatie > Automatische navigatie om Automatische navigatie aan te passen. Tik op Navigeren en vervolgens op Thuis of Werk, voer de gewenste adressen en tik op Opslaan om uw werk- en thuisadres in te stellen.